Ontsteking van benzinemotoren
Hoewel zuinige diesels populair zijn in Europa, heeft de motor met vonkontsteking over het algemeen de voorkeur.
De vonkontsteking die we vandaag de dag nog steeds zien in de moderne benzinemotoren is voor het eerst gebruikt door Étienne Lenoir in 1860. Het basisprincipe om een vonk te creëren is nog steeds dezelfde manier dat al meer dan 150 jaar word gebruikt.
Bougies bestaan uit twee of meer elektroden met een kleine opening tussen de centrale elektrode en die aan de buitenkant. De bougies zijn in de
cilinderkop gemonteerd met de elektroden in de verbrandingskamer. Een ontlading van hoogspanning elektriciteit wordt door de centrale elektrode geleid waar het over de opening springt waardoor een vonk ontstaat die de brandstof ontsteekt.
De twee elektroden van een bougie laten de vonk overslaan
De bobine en zijn voorloper
Vroeger werden magneto's gebruikt om de pulsen van elektriciteit voor de vonk te leveren omdat ze geen batterij of ander elektrisch systeem nodig hadden. Terwijl magneto's nog steeds worden gebruikt op kleine motoren zoals grasmaaiers en zelfs vliegtuigen, maakten ze, in een auto, uiteindelijk plaats voor de bobine omdat auto’s een accu en dynamo kregen.
De spoel in de
bobine is in wezen een type transformator die een elektromagnetische stroom opbouwt. Zodra de laagspanningsbron is afgesneden, stort de stroom in en zend een puls van hoogspanningsstroom uit. Aanvankelijk werd de vonk naar de juiste bougie gestuurd via een verdeler met stroomonderbrekingspunten of
contactpunten. De bobinekabel werd in de midden aansluiting van de
verdelerkap aangesloten. De
rotor in de verdelerkap draaide met de toeren van de motor mee waardoor op het juiste moment een vonk werd afgegeven aan de juiste
bougiekabel.
Met dit mechanische systeem kon bij de bougie’s ongeveer 10.000 volt geleverd worden, maar hadden beperkte flexibiliteit voor het omgaan met veranderend vermogen en snelheidsomstandigheden. Halverwege de jaren zeventig werden de punten vervangen door een
halgever waardoor de spanning tot ongeveer 20 kV kon oplopen.
Met de bobine rechtstreeks op de bougie heb je geen bougiekabels meer nodig.
Bobinepakketten en penbobines
Halverwege de jaren tachtig werden de eerste individuele bobine’s vervangen door elektronische pakketten met meerdere bobine’s die elk slechts twee cilinders bediende. Dit gaf elke bobine meer tijd om de stroom op te bouwen en zo een hogere spanning te creëren, nu tot 100.000 volt. De elektronica maakte een preciezere timing van de vonk mogelijk voor maximale brandstofefficiëntie, vermogen en schonere emissies. Veel motoren hebben tegenwoordig zelfs helemaal geen bougiekabels meer door een bobine direct op de bougie te monteren voor optimale timingregeling en vermogen.
De twee principes in één motor
Met het oog op de toekomst zullen, samen met de ontwikkeling van elektrische auto’s, de bougies en de compressieontsteking waarschijnlijk nog enige tijd domineren, maar we kunnen wel een samensmelting van deze twee concepten zien met homogene ladingcompressie-ontbranding (HCCI). HCCI-motoren werken op benzine in plaats van diesel en kunnen afhankelijk van de rijomstandigheden heen en weer schakelen tussen de twee ontstekingsmodi. HCCI-motoren hebben de potentie om de efficiëntie van benzinemotoren te verbeteren tot bijna dieselniveaus zonder de NOx- en roetemissies. Helaas zullen we deze evolutionaire stap waarschijnlijk pas laat in het volgende decennium op ons pad zien.
Onderdelen voor de ontsteking nodig?
Vul het kenteken in van uw auto en zie de mogelijkheden.
Zoek direct het onderdeel voor uw auto
Vul uw kenteken in en vind direct uw passende onderdelen.
Maak een keuze uit onze automerken: